Pagina's

dinsdag 20 augustus 2013

Toen en nu

Luisterpunt bestaat 5 jaar. Knetterende Letteren-redacteur Mark De Haeck blikt terug, 5 jaar en meer ...


Ontzuiling
Toen had je zij en toen had je wij. De enen waren katholiek en de anderen pluralistisch. De enen lachten om de anderen. De anderen lachten om de enen.
Nu zitten beide partijen samen aan dezelfde koffietafel en werken zij beiden aan hetzelfde project: middelen tot zelfontplooiing en vrijetijdsbesteding -en dus tot ontvoogding en zelfredzaamheid- aanreiken. Aan iedereen, ongeacht zijn of haar persoonlijke geloofsovertuiging. Meer nog: intussen zijn beide partijen opgelost in één team. Soms zijn er wel nog kattigheden, maar die hebben dan niets meer te maken met toen.

Versnippering
Toen werden boeken soms drie keer ingelezen. Eén keer in Nederland en twee keer in Vlaanderen. In Nederland hadden ze al vrij vlug door dat met een versnippering aan krachten niemand gediend was en werd er een vernuftig systeem uitgewerkt om dubbele aanmaak te vermijden. Je moest ’s morgens vroeg opstaan en snelsnel een nieuw uitgekomen boek als eerste claimen. Wat zij konden, zouden beide partijen hier ook moeten kunnen. Er werd een Bijzondere Commissie in het leven geroepen die maandelijks bijeenkwam om dat te regelen. De overheid duidde als voorzitter een priester aan. Na tien jaar naarstig werken en onderhandelen was het zover: ook hier zou het niet langer mogelijk zijn om hetzelfde boek tweemaal in te lezen of tweemaal in braille om te zetten.
Nu is een dubbele aanmaak zelfs niet meer mogelijk in de Gezamenlijke Lage Landen aan de Zee. En wordt er hardop gedroomd over één collectie. Dat zou schoon zijn. Dat willen we nog meemaken. Ook over één bibliotheek wordt er naar verluidt gedroomd. Maar of ook dat een na te streven doel is…?

De vaat
Toen was er geen hiërarchie. Je had weliswaar een bibliothecaris, maar die was ons aller kompaan. We kibbelden om het voorrecht om samen met hem de vaat te mogen doen. De conversaties bij ’t afwassen behoorden tot de allerbeste, dat was algemeen bekend. “En in volle Raad van Bestuur neemt hij ontslag, staat recht, zoekt naar de deur, tast en tast en tast, vindt die vervloekte deur niet en gaat dan maar opnieuw zitten...”
Nu is er een afwasmachine. “Is het heus mijn beurt om haar leeg te maken?”.

Soms klonk het wél mooi
Toen kwam de grote poëet langs om te declameren. Hij ging zitten op een stoel in de opnamestudio. De studiomeester legde een langspeelplaat op de pick-up, de ene keer Mahler, de andere keer Debussy. En de dichter mocht beginnen. Woord en muziek werden samen in real time op één moederband opgenomen. Soms vulden ze elkaar mooi aan. Soms niet. Als het niet klonk, moest de luisteraar maar versneld doorspoelen. Pieppiep. Wachten. Ergernis.
Nu navigeer je in een handomdraai. Op vier niveaus.

De vooruitgang
Toen had je rekkertjes, moussekes en ellekes. De elastieken dienden om de verzenddozen van de cassetteboeken dicht te houden. De schuimrubberen lapjes om de overtollige ruimte in de verzenddozen van korte boeken op te vullen zodat de cassettes niet al te veel zouden rammelen. Met de ellekes die op de cassettes werden gekleefd werd het volgnummer aangeduid. Acht ellekes = acht streepjes = de achtste cassette. De letter “L” in braille bestaat uit drie punten op één lijn. Vandaar.
Nu zit je aan een elektronische informatieverwerkende machine en geef je een robot de opdracht om een boek te branden op een zilveren discusschijf.

Daisy-robot
Spiegel
Toen werd er volop gedronken, gerookt en gevloekt.
Nu is dat not done. Luisterpunt als afspiegeling van de voortgang der volkeren.

De zingever
Toen had je een overdaad aan regelgeving. Om erkend te worden als Speciale Openbare Bibliotheek (voor blinden, gevangenen of varenden). En om erkend te blijven als S.O.B. Er waren strenge normen voor collectie, afstanden tussen de rekken, leners, personeelsbestand. Als je je cijfers voor bijvoorbeeld de collectie niet zou halen, was het alle hens aan dek. Het kookboek van Paul Bocuse werd in stukken gehakt (voorgerechten, visgerechten, sausen, desserts, enzovoort) en elk hoofdstuk werd als apart boek snel ingelezen in een Mechelse afgedankte kinderkamer.
Nu zijn we groot en wijs genoeg om zelf te bepalen wat goed is en wat niet. Verliezen we onze motivatie niet daardoor? Neen, integendeel. Iedere dag danken we de goden dat we niet moeten werken in een generatorenfabriek en dat we mogen doen wat we doen. Voor onze lezers. Onze fantastische lezers.

Mark De Haeck